Het wespennest
Het dakraam was al jaren
aan de buitenkant vies, heel vies.
In het trapgat viel niet
veel licht meer. Daarom zou ik het eindelijk nu schoonmaken.
Onverdroten klom ik via
het balkon in de goot en leunde op de dakpannen.
Er prikte wat in mijn
hand. Er prikte wat op mijn hoofd.
Dat ik teruggestapt ben
op het balkon heb ik niet gemerkt.
Ik sloeg van me af, deinsde
achteruit, paniek haast. Ik werd belaagd door wespen.
Zou ik van het balkon
af springen? Maar ik zag me mijn benen al breken.
Rustig nu, naar voren,
op de wespen af en dan door de balkondeur.
Even later, met lapjes
azijn op mijn hoofd, geschrokken telde ik zes steken.
Vanavond, in de avondschemering,
ga ik met een spuitbus heel voorzichtig
schuin op de aanvliegroute
van het nest, in de aanval.
Zo'n wespennest van door
de wespen gekauwd papier en hout is een juweeltje.