Van het paradijs
De meest indrukwekkende klap in ons leven is onze geboorte.
Vanuit goed beschermd drijven in het donker, moeten we onder heftige druk door een smalle tunnel en daarna moeten we het zelf doen. Ademen, eten
veroveren, leven. Geboren worden is een oertrauma. Later komt het eerste kritische moment dat we geen aandacht krijgen van onze ouders.
Dan zijn we definitief los van het oerparadijs en is de aarde onze verblijfplaats.
We willen altijd weer terug naar dat oerparadijs in de veilige ouderlijke thuishaven.
naar het paradijs
De rest van ons leven zijn we bezig ons paradijs terug te
vinden. We raken regelmatig de weg kwijt. We moeten overleven en
we doen veel wat we eigenlijk niet willen. Soms (veel te vaak) vergeten we
zelfs dat we op weg zijn naar dat paradijs. Dan raken we
overspannen, geïrriteerd, gestresst. Het antwoord lijkt simpel.
Opnieuw op weg naar het paradijs, de weg van je hart. De weg kun je vinden en volgen door erover te praten. Dan blijkt dat het geen eenzame weg is.
in het paradijs
In mijn eentje vind ik geen paradijs, maar uitsluitend in de
ontmoeting met jou kan ik het vinden. Je kunt ook de natuur zijn of muziek of een god. De ontmoeting
ontstaat op het moment dat ik in staat ben om te
luisteren en dat ook doe. Op het moment dat mijn eigen drukte ophoudt.
Stilte
Nu
hoor ik de wensen van een klant, misschien zelfs
wel een wens van mijn beste klant. Het
(communicatie)paradijs bestaat uit luisteren, kijken, voelen
en genieten.
De vorige sprank
gaat over bevestiging, klik hiervoor op het
plaatje. |